Wat is het belang van het nagaan van houding en overtuigingen over lage rugpijn? Wereldwijd zullen meer dan 50% mensen in ontwikkelde landen lage rugpijn (LRP) ervaren en het piekt op de leeftijd van 35-55 jaar. Een studie in Suriname (Galibi) meldde dat 52% van de populatie op enig moment in hun leven LRP zal ervaren. De oorzaak is vaak onduidelijk en ligt meestal aan een aantal factoren (biologisch, psychologisch en sociaal). Houding (attitude) en overtuigingen (beliefs) met betrekking tot de gevolgen van LRP is een belangrijk onderdeel van het scala aan psychosociale factoren.
“Het is belangrijk om te begrijpen hoe mensen denken en reageren op LRP, of het nu gaat om de patiënt of zorgverleners.”
Er is bewijs dat de houding en overtuigingen van de zorgverlener geassocieerd zijn met de houding en overtuigingen van hun patiënt. Het beïnvloedt de manier waarop zorgverleners hun patiënten klinisch behandelen en het advies dat ze geven met betrekking tot LRP.
De klinische behandeling van LRP in de gezondheidszorg wordt ook beïnvloed door de behandeloriëntatie. Biomedisch georiënteerde zorgverleners geloven in de behandeling van het weefsel of de onderliggende pathologie die LRP veroorzaakt. Tegenwoordig wordt een meer biopsychosociale benadering gepromoot waarbij biologische, psychologische en sociale factoren een belangrijke rol spelen bij de behandeling van LRP.
De doelstellingen van dit onderzoek zijn om de houding en overtuigingen van de Surinaamse fysiotherapeuten te beoordelen en om de zelfgerapporteerde klinische behandeling met betrekking tot LRP te evalueren.
Methode
Er werd een cross-sectioneel onderzoek uitgevoerd met behulp van een zelf in te vullen vragenlijst onder werkende fysiotherapeuten (n=62) in Suriname van oktober 2017 tot januari 2018. The Pain Attitudes and Beliefs Scale (PABS_PT) werd gebruikt om de behandeloriëntatie te evalueren. De Back Beliefs Questionnaire (BBQ) werd gebruikt om de overtuigingen na te gaan over de onvermijdelijke gevolgen van LRP. Een verband tussen PABS_PT, BBQ en een casus over a-specifieke LRP werd onderzocht om zelfgerapporteerd klinisch gedrag te bepalen.
Resultaten
De behandeloriëntatie van de fysiotherapeuten is onduidelijk aangezien ze voor zowel de biomedische als biopsychosociale schaal evenveel scoren. Over het algemeen hebben de fysiotherapeuten positieve overtuigingen. Fysiotherapeuten die werkzaam zijn in een privé praktijk hebben significant meer positieve overtuigingen over LRP vergeleken met fysiotherapeuten die in een groepspraktijk of in een revalidatiecentrum werken. Fysiotherapeuten met een postdoctorale cursus LRP hebben meer positieve overtuigingen dan fysiotherapeuten die geen postdocturale cursus hebben gevolgd.
Voor werkadviezen waren 44 fysiotherapeuten (93,6%) in lijn met de richtlijnen en 37 fysiotherapeuten (78,7%) waren in overeenstemming met de bedrust richtlijnen. Wat opvallend is dat 42,6% van de fysiotherapeuten inconsistent waren met betrekking tot het advies die ze geven over fysieke activiteit. Deze fysiotherapeuten kozen voor een passieve benadering, zoals geen lichaamsbeweging totdat de pijn wegebt of advieseren om alleen pijnvrije alledaagse activiteiten uit te voeren.
Conclusie
De positieve overtuigingen van de Surinaamse fysiotherapeuten worden niet vertaald in hun klinische management met betrekking tot het advies voor fysieke activiteit. Dit zou nadelig kunnen zijn voor de LRP-uitkomst van de patiënt.
Dit onderzoek is gedaan als afstudeeronderdeel van Neelam Lachman die op 31 mei 2021 afgestudeerd is van de Faculteit der Medische Wetenschappen met een Master in Science titel.