Toerisme en COVID-19 in het Caribisch gebied

Aug 18, 2020

De toerisme-industrie biedt directe werkgelegenheid aan 413.000 werknemers in het Caribisch gebied. Dit cijfer vertegenwoordigt gemiddeld 18,1 procent van de totale werkgelegenheid. Als we rekening houden met indirecte werkgelegenheid, zouden dergelijke cijfers kunnen oplopen tot 43,1 procent (met een duidelijk opwaartse spreiding in van toerisme afhankelijke Oost-Caribische landen) – tot 90 procent in Antigua en Barbuda.

Volgens een survey van de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven heeft de klap van COVID-19 lokaal gezorgd voor een 95% tot 100% terugval in inkomsten binnen deze sector. Te verwachten is dat de luchtvaart alleen, pas in 2023 weer terug is op het niveau van de air traffic die aan het eind van 2020 werd verwacht. De luchthaven komt aan het eind van het jaar op een aantal van ruim 210.000 passagiers. In 2019 heeft de airport 530.000 passagiers afgehandeld. In 2020 verliest de airport dus ruim 80% van haar business. Volgens een herstelcurve van de NV Luchthavenbeheer zal de economie hierdoor ook ruim US$ 286 miljoen minder verdienen uit de toeristensector.

Volgens een voorlopige prognose van de Caribisch Toerisme
Organisatie (CTO) (April 30, 2020) mag de regio een afname van 50 procent in het aantal toeristen verwachten voor 2020. Dat brengt het Caribisch gebied terug naar het niveau van 1995/1996, een omgekeerde groei van 25 jaar. Hoteliers in de regio, onderzocht door de Caribbean Hotel and Tourism Association in april 2020, gaven aan dat ze niet anticiperen op het herstel van de sector vóór het eerste kwartaal van 2021.

Werkloosheid

De COVID-19-crisis heeft zeker gevolgen voor de werkgelegenheid in de industrie. De werkelijke omvang van deze impact is echter nog onzeker. Uit kleinere steekproefenquêtes blijkt dat 71 procent van de hotels tegen april 2020 personeel had ontslagen als een manier om het door de crisis veroorzaakte inkomenstekort aan te pakken; ongeveer 66 procent had ook de werkweek of gewerkte uren verminderd; en 53 procent had de salarissen verlaagd.

De op grondstoffen gebaseerde economieën van Suriname, Guyana en Trinidad en Tobago hebben het laagste percentage werknemers in de sector.

Over het algemeen duiden de toegenomen werkloosheid en het hoge aandeel van het toerisme in de totale werkgelegenheid vóór COVID-19 op een aanzienlijke vermindering van het personeelsbestand in de sector, of in ieder geval op een vermindering van de werktijden en werkgerelateerde inkomsten. De traditioneel schadelijke en toerisme-afbrekende orkaanseizoenen kunnen de situatie verergeren.

Toerisme is van vitaal belang voor de Caribische economie, waarbij verschillende landen in de regio tot de meest toeristisch afhankelijke landen ter wereld behoren. Gemiddeld draagt ​​de industrie 13,3 procent rechtstreeks bij aan het bbp en indirect nog eens 20,2 procent, met een totale bbp-bijdrage van ongeveer 40 procent in landen als Belize, Antigua en Barbuda en de Bahama’s, en zelfs 73 procent.

Toerismeafhankelijkheid – Toerismebijdrage aan het bbp (%) (2019) en inkomsten uit toerisme als aandeel van de totale export (%) (2018) in geselecteerde Caribische landen en NMT’s

In 2020 zal naar verwachting tussen de $910 miljard en $1,2 biljoen aan exportopbrengsten uit toerisme verloren gaan en lopen 100 tot 120 miljoen directe toeristische banen gevaar als gevolg van internationale reisbeperkingen en een verminderde wereldwijde vraag. (bron: UNWTO (2020 ), Wereldtoerismebarometer)

Niet hopeloos

Hopeloos is de situatie in iedergeval niet. Het Caribisch gebied zag in de meeste landen minder dan vijf bevestigde gevallen per 100.000 mensen, vergeleken met 741 per 100.000 in landen als Amerika. Het sterftecijfer is zelfs nog lager. De regio is tot noch toe vanuit het gezondheidsoogpunt grotendeels gespaard gebleven van de ergste effecten van het virus. De toeristische sector bevindt zich dus potentieel in een betere positie om toeristen te verwelkomen als een “veiligere” bestemming dan veel andere regio’s.